Uitnodigingen Januari 2025-Juli 2025
At the tip of every blade of grass
A glistening dewdrop
A carpet of diamonds
(sister Jina)
Beste vrienden,
Met volledige aandacht schonk een jonge vrouw goudgele thee in een klein kopje. Ze pakte het kopje op, plaatste het in haar rechterhand en draaide het drie keer in de richting van de klok voordat ze het aan mij gaf.
Een paar maanden geleden zat ze naast me tijdens een maaltijd gesprek en had ze terloops verteld dat ze aan het oefenen was met de theeceremonie. Ik was geïnteresseerd en begon vragen te stellen. Ze glimlachte toen en schudde haar hoofd. Nee, nee, uitleggen heeft geen zin. Je kunt alleen maar leren hoe het is door het te ervaren.
En zo zat ik daar vandaag, tegenover haar, ergens in een kamer in Keulen. Er was maar een instructie: bedank me met heel je hart en ziel als ik het theekopje voor je neerzet.
Zonder een woord te zeggen bracht ze me in een positie waarin ik met alle aandacht aanwezig was en voor de eerste keer echt theedronk. Voor mij was het een heel krachtige oefening in opnieuw beginnen.

De kerstvakantie is voorbij. Maandag start de tweede helft van het schooljaar en geef je je eerste les in 2025. Je hebt vertrouwen want je hebt ervaring. In 2024 veel lessen gegeven.
Een van de zinnen waarmee we onze beoefening aanduiden is: je bent op zo’n oordeelloze manier aanwezig in dit moment alsof je het voor de eerste keer doet en je wilt alles ervaren. Niet: o, ja jullie zijn die klas die elke opdracht wel drie keer uitgelegd willen krijgen. Niet: ik hoop dat de maandag snel voorbijgaat want dan heb ik zes lessen achter elkaar en dan raak ik snel geïrriteerd.
Dat je dat doet hoort bij het mens zijn. Je brein is zo geprogrammeerd. Alles wat je uit routine kunt doen maakt ruimte vrij voor aandacht voor nieuwe dingen.
Onze beoefening zet daar, als tegenwicht, om in balans te komen tegenover: oefen met fris zijn. Als een bloem. Oefen in een nieuwsgierige en open houding. Ben je je ervan bewust dat er in deze pauze van twee weken met elke leerling veel gebeurd kan zijn en dat zij of hij met een ander gevoel de klas binnen loopt? Al is het maar met een goed voornemen: ik wil niet meer steeds vragen, meester leg het me nog eens uit.
Er is ruimte om elke keer opnieuw te beginnen. Je aandacht richten op je adem. Wat als dit mijn eerste adem is? Hoe voelt het als je na een lange periode van kriebelhoest gewoon diep door kunt ademen? Je ogen opendoen en de ruimte rond kijken alsof je gisterenavond in het donker bent gaan slapen. Oh, ziet het er zo uit.
Ik nodig je uit even te stoppen waar je mee bezig bent, zondag avond. Even thuis te komen bij jezelf, als je zin en tijd hebt op de link te klikken. Niet omdat je dit vaker doet, maar omdat je nieuwsgierig bent. Je bent uitgenodigd om deel te nemen. Ervaring niet nodig.
Beste vrienden,
Vanaf dit weekend is de online onderwijs sangha verplaatst naar maandagavond. Misschien geeft je dat meer ruimte om deel te nemen.
Tijdens een opgraving in Japan hadden ze een dorpje ontdekt dat 4000 jaar oud was. Ze vonden een vaas met daarin zaden. Het zijn 4000 jaar oude magnoliazaden. De wetenschappers gingen ervan uit dat die zaden dood waren.
Maar iemand wilde het toch proberen. Ze pakte een kommetje, deed er wat vruchtbare grond in en gaf het geheel zo af en toe een klein beetje water.
En tot ieders verrassing kwam er na een tijdje een klein plantje boven de grond. En manifesteerde zich als een ‘nieuwe’ magnoliasoort die we nog niet kenden.

Ik ben onder de indruk van dit bericht. Ik voel verschillende betekenissen. De betekenis die steeds aan de oppervlakte komt is dat je dus een mens tegenover je kunt hebben die zaden (potenties, talenten, kwaliteiten, vaardigheden, vul zelf maar in) in zich hebben, soms diep verstopt, soms vergeten. En jij kunt die zaden herkennen als mogelijkheid, ze water geven.
Er mag dan aandacht zijn voor de manier waarop. De juiste hoeveelheid water.
Soms ontmoette ik een leerling die bij een opdracht zei; ‘mijnheer, ik kan dat gewoon niet’. Ik haalde diep adem en begon hem te ‘vertellen’ dat dat waarschijnlijk niet zo was. En als ik echt met aandacht aanwezig was zag ik die leerling na vijf van mijn woorden afhaken. Geen vruchtbare grond. Niet de juiste hoeveelheid water.
Leren uit ervaring. Hoe werkt dat in mij? Hoe stel ik me open voor de ‘verborgen zaden’ in mij? Kan ik luisteren naar de aarzeling, de onzekerheid, de verlegenheid, de ja maar reactie? Als we oefenen in onszelf krijgen we misschien de groene vingers die nodig zijn voor het werken met jonge mensen.
Je herinnert je misschien wel iemand die je gestimuleerd heeft om iets te doen of juist niet te doen. Een zaadje dat is uitgegroeid tot een grote, schaduw gevende plant.
Je bewust zijn van de kracht van een gedachte. Die je misschien vanzelfsprekend bent gaan vinden: ‘ik kan dit niet’. Ik nodig je uit te stoppen. Met een frisse blik te kijken. Met aandacht aanwezig zijn bij jezelf is als het zonlicht. Ik nodig je uit om maandagavond deel te nemen.
Beste vrienden,
‘je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen’. Dat is een bekende zin om je bewust te blijven van het gegeven dat alles onderhevig is aan het proces van verandering. Het onderwijs dat vandaag bedacht wordt om morgen te geven is misschien niet meer relevant als de leerling of de student van school gaat.
Ik las vanmorgen in de nieuws app dat de Onderwijsraad in haar wijsheid het advies gegeven heeft aan het kabinet om toekomstige leraren aan het einde van hun opleiding te toetsen, in plaats van aan het begin. Want in de tijd tussen begin en einde kan er veel gebeurd zijn. De voorzitter formuleerde een mooi motief: ‘we willen graag zeker weten dat je er klaar voor bent om voor de klas te staan, welke route je ook hebt gevolgd.’
Ik werd nieuwsgierig. Wat wil je dan toetsen? En op welke manier? En wat toets je dan eigenlijk: de opleidingsroute die de kandidaat leraar doorlopen heeft? Of toets je de vaardigheid en de deskundigheid van de beginnende leerkracht?
Ik voelde herkenning bij het idee; niet meer aan het begin van de opleiding omdat we nu, in plaats van zondag avond, aan het begin van de week, bij elkaar te komen, komen we nu op maandagavond bij elkaar. Je zit er dan ‘middenin’.
Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen omdat het water stroomt. Maar ook omdat jij als mens niet meer bent wie je gisteren was. ‘Elke dag opnieuw beginnen’ is een mooie praktische levenswijsheid. Elk moment is een nieuw moment. Er is geen weg naar vrede toe, vrede is de weg. Elke dag een beetje leren over jezelf, snappen waarom je geïrriteerd bent, waarom je vandaag de drukte van de leerlingen minder aankunt dan gisteren.

Snappen bedoel ik dan niet in de betekenis van een wiskundesom snappen. Of het voltooid deelwoord van toetsen kunnen gebruiken in een zin. Ik bedoel dan een soort begrijpen, accepteren, mededogen, liefdevol benoemen in een proces. Een proces zonder schuld of tekort of verwijt.
Het is een dagelijkse oefening jezelf te snappen en je leerlingen te snappen. En aanwezig zijn bij de mogelijkheid dat ze vandaag anders zijn als gisteren. Wat je vandaag toetst is morgen vrijwel zeker anders.
Het nieuwsitem nodigt me uit om even stil te staan. Hoe kijk ik naar mezelf als leraar? Ben ik er klaar voor? Wat kan ik al wel en wat heb ik nog te leren? Wat heb ik nodig om elke dag opnieuw te beginnen en me te ontwikkelen als leraar.
Het nieuwsitem was als een bel van mindfulness. Er bleef een zin terugkomen in mijn gedachten, net als ik vroeger de moeilijke Franse woordjes steeds bleef herhalen. Die zin is: er is geen weg naar leraar-zijn, leraar-zijn is de weg.
Voor mij is een van de kernmomenten: wat vandaag niet lukt, lukt morgen misschien wel. Of anders gezegd: ‘fijn’ dat ik ontdek dat ik een fout gemaakt heb, daar kan ik van leren. Dat geldt voor mij en voor de leerlingen.
Ik nodig je uit om samen met ons te gaan zitten op die weg, te voelen waar je staat/zit/ligt, wat de richting is van je leerproces om dan een volgende stap te zetten. Wie ben ik als leraar? Hoe wil ik me ontwikkelen? We sluiten de avond af met het groeten en bedanken van elkaar. Er volgt geen toets. Er is wel iets veranderd: we komen op maandag bij elkaar in plaats van op zondag.
Beste vrienden,
Deze week sprak ik met iemand die behoorlijk worstelde met een gewoonte patroon. Ze kon het heel helder omschrijven: ‘Als ik iemand ontmoet, of als ik in een groep zit dan ben ik maar bezig met een ding: wat heeft die ander nodig? Waar wil die ander het over hebben? Dus ik begin vaak met de vraag: hoe is het met jou? En ik laat me niet afschepen. Ik vraag door. Als ik dan na het bezoek de deur achter me dicht doe merk ik: ik heb het helemaal niet over mezelf gehad.’
Een paar minuten waren we bij onze eigen gedachten. Toen zei ze iets dat me raakte. Ze legde uit dat ze het gemakkelijk op school gehad omdat ze zo goed was in ‘afstemmen’. ‘Wat wil die leraar horen? Hoe wil de groep dat ik me gedraag?’ Ze had heel vaak het compliment gekregen: ‘goed gedaan, jij hebt tenminste goed geluisterd.’ Dus ze haalde goede cijfers. ‘Misschien’, zei ze, ‘is het op school een stevige gewoonte geworden’.
Maar nu wilde ze het afleren. Haar partner bleef vragen: wat wil jij nou? Dat leidde tot ongemakkelijke situaties. Op haar werk bood ze zelf aan om over te werken maar ze kwam steeds vaker uitgeput thuis. Ze wilde deze gewoonte ombuigen.
We hebben het gehad over vragen als: heb je een idee waarom je dit zo doet? Waar het vandaan komt? Heb je wel eens nagedacht wat het je oplevert als je aan de verwachtingen van de ander voldoet? Aandacht zei ze, broodnodige aandacht. Heb je iemand in je omgeving die aan jouw verwachtingen voldoet? Ze kwam tot de ontdekking dat ze al van kinds af aangeleerd had: eerst de ander, dan jezelf.

Samen hebben we de eerste stap van de liefdevolle vriendelijkheidsmeditatie gedaan: moge ik gelukkig zijn, moge ik gezond zijn. We hebben gesproken over de gedachte die daarachter zit: je kunt pas goed voor een ander zorgen als je goed voor jezelf zorgt. Je kunt pas goed naar een ander luisteren als je naar jezelf kunt luisteren.
Toen ze weer naar huis gegaan was kwam er een herinnering boven. Ik stapte een keer de klas binnen met de vraag: wat willen jullie vandaag doen, wat willen jullie leren, waar gaan we het over hebben?
Dat was een ongemakkelijk lesuur. Want de leerlingen kwamen erachter dat ze zo getraind zijn: de leraar bepaalt wat wij gaan doen, de leraar weet wat belangrijk voor ons is. Ze durfden uit te spreken dat ze het eigenlijk wel zo wilden laten, dat is gemakkelijk, dan is het voor iedereen duidelijk. Ik verliet die les met een gevoel van verlies. Ik had iets in beweging willen brengen en dat was niet gelukt.
Het was een onrustige meditatie, die avond. Als een bende door elkaar rennende en schreeuwende leerlingen bleven de gedachten komen: ‘ik heb daaraan meegewerkt. Ik was niet in staat om dat te veranderen. Ik ben ook heel goed in scannen wat iemand anders nodig heeft. Ik kan er niets aan doen, onze maatschappij zit zo in elkaar. De ene keer dat ik een leraar tegengesproken heb kreeg ik een onvoldoende en ga zo maar door.’
Gaan zitten op je kussen of je stoel is een begin. Is een proberen. Zonder oordeel met aandacht aanwezig zijn wat er op dit moment is. En daar geen verwachtingen bij hebben. Er is niemand die bij de afsluitende bel zegt: goed gedaan. Het delen is niet vissen naar een compliment. Het is een kans om naar jezelf te luisteren: hoe is het met mij. Het is een kans om -soms onverwacht- een gewoonte te zien langskomen. Met het besef dat je vandaag een kleine stap kunt zetten. Niet voor een ander. Voor jezelf.
Februari 2025————————————
Beste vrienden,
Vanmorgen ging ik op mijn meditatiekussen zitten op een moment dat het nog donker was. Ik sloot mijn ogen en richtte mijn aandacht naar binnen. Ik maakte gebruik van de Plum Village app en koos voor de meditatie “voor je lichaam zorgen’ van Zuster Dieu Nhghiem.
Ze vraagt aandacht voor mijn haar, mijn handen, mijn ogen, mijn oren, mijn lever, mijn voeten. Dat is verfrissend omdat ik eigenlijk wel goed weet dat ik meer aandacht geef in wat ik moet doen als hoe het in mijn lichaam gaat.
Thich Nhat Hanh gebruikt soms ‘het zonlicht of een zonnestraal’, het licht van gewaar zijn als beeld voor de aandacht die mindfulness is. Een soort zaklamp. Dat helpt me, dat concrete beeld dus ik liet het licht schijnen op mijn lever waarvan ik weet dat in dat orgaan veel taken gebeuren die mij gezond en fit houden. Als ik dit soort oefeningen niet doe merk ik er niet veel van. Ik dacht ineens aan een stille leerling in de klas. Het is me vaak overkomen dat ik een klas uitliep en toen ineens dacht: was die en die er wel? Ik nam me dan voor er de volgende keer meer aandacht aan te besteden. Dat lukte niet altijd. Soms voelde ik bij zo’n leerling ook een aarzeling. Die gaat zich ongemakkelijk voelen als ik hem of haar een vraag ga stellen.

Toen ik mijn ogen opendeed was het licht geworden. Ik voelde me in een andere wereld. De zon was aan het opkomen. Was ik net nog in dit kleine kamertje, alleen, afgezonderd, bevond ik me nu in een ruimte, de wereld om me heen. De deze week geplante boom was er straks ook, maar verscholen in het donker. Ik moest denken aan de nachtdieren die nu al een schuilplaatsje gevonden hadden voor het licht.
Mijn gedachten bleven bij de stille leerling. Vond die het wel prima, in de schaduw te blijven? Had die manieren gevonden om uit de baan van het zoeklicht te blijven? Hoe ben je als leraar ‘zonder oordeel’, met compassie aanwezig bij zo’n leerling?
Later op de dag, tijdens een wandeling kwam er ineens een vraag op. Voor mij is het een heel bruikbaar beeld om de mind als een klaslokaal te zien en alle dingen die in mijn mind opkomen als een klas leerlingen. De aandachtvragers, de leiders, de rebellen, de vragenstellers, de ik-heb-geen-zin types en ga zo maar door.
Waarom kwam dat beeld van die heel stille leerling in me op? Zijn er gedachten of gevoelens waar ik niet genoeg aandacht aan besteed? Is dit een uitnodiging? Een roep om aandacht?
Zitten in stilte is niet het onderdrukken van het geluid en de drukte. Het is ruimte maken, ontvankelijk zijn voor ‘wat is er ook?’. Sommige ‘dingen’ in je mind zijn heel goed in het verstoppen in de drukte. Met liefdevolle aandacht uitnodigend anwezig zijn. Misschien komt de muis uit zijn hol. Steekt een leerling zijn hand op, fluistert iemand zachtjes ‘meester’.
Beste vrienden,
Vanmorgen las ik iets in het nieuws wat een krachtige irritatie opriep. Ik had er onmiddellijk spijt van dat ik het gelezen had. Maar de gedachte was in mijn bewustzijn gekropen en die vond het daar prima en ging voorlopig niet weg.
Na een tijdje ontdekte ik dat ik geen irritatie voelde, maar dat ik irritatie geworden was. Ik zette een kopje hard op tafel, ik hoorde een spoor van snauwen in mijn stem toen ik een vraag van iemand beantwoordde, de klap waarmee de voordeur dichtging echode door de straat en ik gromde toen ik moest wachten voor een voetganger.
In mijn hoofd werd het druk. Zinnen als: ‘waarom heb je dat niet opgeruimd’? En ‘dit is de tweede keer dat je dit uitstelt’. Drie keer deed ik een kast open om te kijken of er niet iets lekkers te eten was.
Dit was geen goed begin van de dag en de belofte van vanochtend ‘ik beloof de dag in mindfulness door te brengen’ was op het bed blijven liggen.
Ik ging zitten, maar de gedachten en gevoelens bleven druk. Ik had het gevoel op een schoolplein van een basisschool tijdens een pauze heel hard om stilte te roepen maar de kinderen moesten even los, na rekenlessen en zo.
Ik stond op en besloot een wandeling in het bos te maken. Tot mijn opluchting werd het stiller in mijn hoofd. Misschien was beweging wel de beste heling voor de frustratie energie.

Ineens moest ik opzij springen voor een jongen, ongeveer 13 jaar die met een bleek gezicht en een starende blik in zijn ogen de straat in fietste en mij overduidelijk niet gezien had. Aan de dikke boekentas te zien een brugklasleerling.
Ik was geraakt. Misschien had hij ruzie gehad met een leraar. Voelde hij zich mislukt omdat hij een onvoldoende had voor een toets waarvan hij zeker wist dat hij die goed gemaakt had. Of had hij ontdekt dat zijn vriendengroep vast aangereden was en niet op hem gewacht had. Nadat hij een hele dag met ditzelfde verdrietige gezicht op school had rondgelopen had niemand hem gevraagd: wat is er?
Hoe is het met je? Wat is er gebeurd? Waarom heeft iets je geraakt? Wat kun je doen om weer kalmer te worden? Weet je waar het door komt? Waar komen die gedachten vandaan?
Nieuwsgierig zijn. Dat is een goede benadering als je gaat zitten voor meditatie. Een vragende houding. Open zijn. Ontdekken dat dingen die via je zintuigen binnenkomen iets met je doen, iets in beweging brengen, iets vasthouden. Wat komt er op als je bovenstaande scenes leest? Kruiste er ook zo’n leerling jouw pad, de afgelopen week? Erbij aanwezig zijn en aanwezig zijn bij het loslaten. Is dat gemakkelijk? Is dat moeilijk?
Beste Vrienden,
Uit een autoradio klonk een liedje van Wim Sonneveld: zeg maar ja tegen het leven, ja tegen het leven, anders zegt er het leven nog nee’. Dat zinnetje bleef een paar dagen in mijn mind rondzingen.
De oefening van acceptatie van wat er op je pad komt. Joseph Goldstein, een Amerikaanse meditatieleraar definieert meditatie: zijn met wat er is. Iemand anders gebruikte de woorden: aanwezig zijn zonder voor- of afkeer en zonder jezelf zorgen te maken om het resultaat.

Acceptatie is een oefening in loslaten. Loslaten van wat je je hebt voorgenomen. Dat gaat niet vanzelf, is mijn ervaring. Dat is iets wat je moet cultiveren. Steeds opnieuw beginnen.
Gisteren had ik een gesprek met vier leraren over steeds meer spanning in de klas tussen leerlingen uit verschillende culturen. De emotie van de maatschappij komt de klas binnen. Hoe ga je daarmee om? Op zoek naar het verschil tussen erkennen dat het er is en accepteren dat het er is. Sommige grepen in: dit zeg je niet in mijn klas. Anderen wilden onderzoeken, een gesprek aangaan. Het was best een emotioneel gesprek. Toch sloot iedereen af met de waarneming dat het goed is om je zoeken uit te spreken.
Kun je ja zeggen tegen het besef dat jij dit niet kunt oplossen? Dat jij ook opgegroeid bent met beelden van: ‘dit is normaal’ en ‘zij doen wij dat hier’? Ik hoor van veel leraren dat ze steeds meer het gevoel hebben hier alleen in te staan.
Als ik ga zitten zie ik mijn mind als een ruimte. Daarin zijn gedachten en gevoelens. Die willen erkend, geaccepteerd worden. Sommige zijn duidelijk aanwezig, sommige zitten in een hoekje. Ik weet dat in die ruimte gedachten zitten over wat ik vreemd vind, wat ik veroordeel. Kan ik die het woord geven? Er een gesprek mee aangaan?
Aandacht, niet verdringen. Zit je net heel goed bij je adem kriebelt het op je rug. Zet je met aandacht een stap bij loopmeditatie en komt ineens de gedachte op aan de mail die je nog moet sturen. Ja zeggen wat er is op dit kussen of stoel maakt het misschien mogelijk om open en vol aandacht te zijn als er in de klas iets gebeurd.
“Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien” – Franciscus van Assisi
Vrede maakt je sterk
Haat onthult je leegheid
Vriendelijkheid voedt je geluk
Boosheid legt je angst bloot
Liefde maakt je vrij,
(Yung Pueblo)
Beste vrienden,
Aan het begin van deze week werd ik geraakt door een paar mensen die deelden dat ze worstelden met boosheid door de dingen die er in de wereld gebeuren. Wat me bleef kriebelen is een vraag. Boosheid is een energie. Hoe gebruik je die energie op een goede manier? Ik heb geen antwoord.
Of misschien toch wel. Terugkijkend kan ik zien dat die vraag mijn kijken beïnvloedde mijn. Want toen onderstaande afbeelding langskwam bleef ik er een tijdje naar staren. Een eenvoudig beeld. Ik voelde er een onzegbare diepte in.
Vandaag maakte ik een wandeling met een vriendin, die in het GGZ werkveld werkt. Nu werkt ze met mannen die behoorlijk in de problemen zaten, eerst twee jaar op een wachtlijst stonden en dat maakte het niet gemakkelijker om ze te helpen. Ze dacht erover om met jonge vrouwen met psychische problematiek te gaan werken. Want daarmee hielp ze de nieuwe generatie. Toen ze wegreed van het parkeerterrein kwam de herinnering aan de afbeelding op.

Ik zocht naar woorden om mezelf houvast te geven. Ik herken de boosheid, ik herken de gedrevenheid, ik herken het zoeken naar een antwoord: hoe kan ik nu bijdragen? Ik grijp van mijn boekenplank twee boeken en sla die op een willekeurige bladzijde open. Dat leverde de tekst op waarmee deze uitnodiging begint.
De ‘letter aan de jonge leraar’ lag voor me toen ik het tweede boek opensloeg. Thich Nhat Hanh zegt: ‘onze missie als leraren is niet slechts kennis overbrengen, maar (te helpen) mensen vorm te geven, mee te werken aan een waardig, mooi menselijk ras, zodat we zorg kunnen dragen voor onze kostbare planeet’
Even verderop zegt hij: dat is niet zo moeilijk want deze jonge mensen willen zelf ook leren hoe ze zichzelf moeten ontwikkelen zodat ze gelukkig kunnen leven en anderen helpen gelukkig te leven.
De prachtige uitdaging: no mud, no lotus.Ik stelde mezelf een vraag en vond vier antwoorden. Omdat ik, zonder dat ik het in de gaten had, op zoek was naar zaadjes die me konden helpen met moeilijke dingen om te gaan, kon ik ze zien. Met open aandacht aanwezig zijn. De irritatie toont zich, maar ook de manier om met de irritatie om te gaan.
Ik nodig je uit om even te vertragen, samen met ons te mediteren, onze blik te verruimen en te ervaren wat er ook is.
Maart—————————–
Beste vrienden,
Deze week luisterde ik naar een gesprek over het begeleiden van tieners tijdens een retraite. De 30-jarige begeleidster vertelde dat ze zich aangetrokken voelde tot deze doelgroep omdat haar tienerjaren angstig waren geweest. Ze had zich heel erg onzeker gevoeld. Onzeker over zichzelf, onzeker over haar vriendschappen, onzeker omdat ze op zoek was naar betekenis terwijl de school alleen maar kennis bood. Onzeker omdat ze zich niet gezien voelde.
Die kwetsbaarheid zorgt ervoor dat ze zich terugtrekken in hun muziek, achter hun hoodie, achter het scherm. Ze hebben behoefte aan zekerheid, dus ze schoppen tegen heilige huisjes en vanzelfsprekendheden. Welk idee en welk gedrag is stevig genoeg dat ik erop kan bouwen.
Door het werken met deze jongeren kon ze contact maken met die onzekerheid die er nog steeds in haar was. Ontdekte ze dat die onzekerheid verborgen werd onder het vastklampen aan houvast zoals kennis, een beroep, bezit, regels. Dat in zichzelf voelen en erkennen maakte het mogelijk om het gesprek met deze tieners aan te gaan. Dat er dan gesprekken komen over somberheid, het missen van een houvast en het missen van een gesprekspartner.

Ik herken die onzekerheid. Ik herken de neiging om die onzekerheid weg te stoppen. Wellicht is die onzekerheid vaak aangeraakt door een leerling en heb ik dat aan de kant geschoven. Ik heb die jonge mens niet helemaal gezien en mezelf niet helemaal gezien.
Thuis komen bij jezelf is een ontmoeting met jezelf. Onzekerheid voelen en als reflex een behoefte aan zekerheid hebben. Het proces wat in je is helemaal zien en begrijpen. Stap voor stap.
Gaan zitten met wat er is. We leven in een samenleving die in beweging is. Dat maakt kwetsbaar. Dat leidt tot spanning en moeilijk kunnen luisteren. Er zijn voor die kwetsbaarheid. Die kwetsbaarheid in een ander mens zien. Waarnemen dat er een verlangen is dat het blijft zoals het is. Kunnen zien dat je gegroeid bent. Dat ieder zijn eigen pad loopt. Verbinding maken met het vertrouwen dat ook in je is.
Ik nodig je uit om samen te mediteren en in gesprek te gaan met jezelf.
Beste vrienden,
Tijdens een tai-chi les kregen we een moeilijke oefening als uitdaging. Kun je je adem verbinden met de beweging die je maakt? Ik merkte dat het moeilijk voor me was. Maar de echte uitdaging kwam toen de leraar bleef praten, let hierop, let daarop, niet zo snel, blijf je voeten voelen. Ik kon mijn aandacht niet bij mijn lijf houden want ik ‘floepte steeds terug in mijn hoofd’, zoals ze dat zo mooi kunnen zeggen.
Ik raakte geïrriteerd. Maar ik wilde het niet zeggen, die man deed zijn best. De rest van de les was ik bezig met een innerlijke dialoog waarom ik zweeg en andere zelfkritische gedachten.
Een paar uur later zat ik tegenover een vriendin, die moeder is van twee zonen. Ze worstelde met het gegeven dat een van haar zonen het niet uitsprak als een leraar of zijn vader over een grens heen ging. Zoonlief zweeg op dat moment en deelde het later in de week met zijn moeder. Misschien moeten leraren daar aandacht aan gaan besteden, grenzen voelen, uitspreken, nee zeggen.
In de mindfulness lessen van Jon Kabat- Zinn wordt er een les gewijd aan grenzen stellen. Met als eerste stap: voel je je grens? En luister je naar die grens (pijn, vermoeidheid)? Je wilt het zo graag goed doen. Je weet dat je je vrijer voelt als je je werk afhebt (ook al werk je nog even langer door). In onze cultuur is er het idee dat je pas groeit als je uit je comfort zone stapt.

Edel Maex had daarvoor een heel eenvoudige oefening. Ga in een kring staan en kijk elkaar aan. Steek je rechterhand omhoog. Raak het plafond aan. Iedereen strekte zich maximaal uit. Nu nog een keer, maar dan met ogen dicht. Reik naar het plafond, maar stop als je ‘pijn’ voelt. We werden stil van de constatering hoe gemakkelijk we ons teveel uitreikten.
Als ik me niet uitspreek bij de tai chi leraar kan ik me concentreren op de oefening en merken dat ik toch bij mezelf kan blijven en met zijn praten kan leren omgaan. Als ik me wel uitspreek kan die leraar minder gaan praten om te onderzoeken wat het effect daarvan is op zijn leerlingen. De moeder kan misschien zeggen: wil je dit ook tegen je vader zeggen?
Even stoppen. Tot rust komen. Voelen hoe het met je is. Recht proberen te zitten maar niet overstrekken. Aandacht voor je adem hebben maar niet een gedachte wegmeppen. Welke grenzen laten zich horen in jouw lichaam en geest?
Je bent van harte uitgenodigd om deel te nemen aan onze online meditatie avond.
Beste vrienden,
Vanmorgen stond ik op en pakte een kaart van een stapeltje mindfulness oefeningen. ‘Probeer eens 24 uur lang in totale acceptatie te leven, wat er ook gebeurt. Als voorbeeld: als iemand je beledigt, reageer je er niet op en kijkt wat er gebeurt.”
Dat gaf me energie bij de start van de dag. Ik voelde dat ik er iets van kon leren (bijvoorbeeld hoe vaak ik zo’n situatie zou tegen komen). Ik stak een steentje in mijn broekzak om me eraan te herinneren.
Ik had een glimlach bij de eerste bewuste uitdaging: een wegomlegging terwijl ik eigenlijk al iets te laat van huis vertrokken was. Ik werd me weer bewust van de innerlijke criticus in mezelf.
Het werd interessant toen een leerkracht met mij sprak over leerlingengedrag dat zij moeilijk vond. Zij had er moeite mee dat die leerlingen haar op een voetstuk plaatsten. Zowel ik kennis als in het oplossen van de onrust in de klas. Als er ruzie was keken ze niet naar elkaar maar naar de leerkracht. Dat vond ze niet ok, want in haar lerarenhart klopte de intentie: als jullie het zelf proberen op te lossen leren jullie iets.
Zij had een tekst van Thich Nhat Hahn gelezen en had daaruit de zin gehaald: ‘als je jezelf kunt accepteren, als je kunt zien wie je echt bent dan kun je dat ook bij andere mensen, zien wie ze echt zijn’. Voor haar is dat echt een handvat, ook een uitdaging. Hoe je dat dan toe kunt passen in zo’n situatie dat de klas jou in een positie zet van ‘politieagent’ dat was nog een zoektocht. Ik heb geen oplossing geboden.

In een rivier komen veel beekjes uit. Op sommige plekken is de rivier modderig en op sommige plekken is het helder water. Thich Nhat Hanh zegt: je bent geen afzonderlijk zelf, je bent een voortzetting. Van je voorouders, je ouders, je grootouders. Het is een oefening in bewustzijn dat je lichaam niet van jou is, maar is doorgegeven door je voorouders. En dat sommige minder heilzame gewoonte niet van jou zijn, maar een ‘geschenk’ zijn van je voorouders. Dat is niet alleen een oefening in bewustzijn, maar ook een oefening in acceptatie.
Als je dat bij jezelf kunt, kun je het ook beter zien bij anderen. Soms had ik moeite met het gedrag van een leerling totdat ik in een oudergesprek beide ouders gezien had. Toen was er geen verandering wil meer, maar begrip. In de ander ontmoet je jezelf.
Iemand had een mail niet op het afgesproken tijdstip kunnen verzenden. Ik had daar last van. Toen voelde ik het steentje in mijn zak. Accepteren. Dat bracht een mooi inzicht. Het is helemaal geen ramp als die mail een dag later verstuurd wordt. Het is goed om te weten dat die persoon in uitdagende omstandigheden zit. Kan ik nieuwsgierig en open kijken wat er dan gebeurt?
Ik nodig je uit om samen met wie aan wil en kan sluiten te oefenen in accepteren. In het een rivier zijn. In de wisselwerking tussen jou en de ander.
Beste vrienden,
Gisteren had ik een gesprek met mijn zoon in Amsterdam. Hij is ook docent en belde op dat een studente nog met hem wilde praten en dat hij dus later zou zijn.
Ik ging in het park zitten en had uitzicht op een speeltuin. Rondrennende kinderen met hun ouders (met name moeders) op bankjes er rondom heen.
Een kindje had besloten dat het tijd was om te leren om via het trapje naar de glijbaan te kunnen klauteren. Het trapje was net iets te hoog, dus er werd meer gevallen als geklommen. Ik had bewondering voor het doorzettingsvermogen van het kind. Na een tijdje werd het moe. Maar iets in het kind zei: doorgaan. Dus het kind ging door. Bij elke mislukte poging riep ze om moeder die opstond en haar op het eerste trapje neerzette. Ik kreeg meer bewondering voor de onvermoeibaarheid van moeder. In de mens zit toch een krachtige energie om voor de volgende generatie te zorgen.
Mijn zoon vertelde enthousiast over een nieuw project, waarin de studenten veel vrijheid kregen om het op hun eigen manier in te vullen. Dat had tot onverwachte situaties geleid. Hij zei dat hij energie kreeg van de creativiteit en de moed van de studenten. Innerlijk groeide er een glimlach in mij. Ik heb dat ook veel gedaan, experimenteren, kijken waar je uitkomt. Ik keek hem van opzij aan. Ik heb daar natuurlijk wel eens over gedeeld. Het zit ook in hem, op de een of andere manier heb ik dat doorgegeven.
Op de terugweg luisterde ik naar broeder Phap Huu, de huidige abt van Plum Village. Lang geleden had hij met Thich Nhat Hahn op de veranda van zijn hut gezeten. De vraag die ze bespraken was: hoe zal Plum Village er over 100 jaar uit zien? Samen met verschillende generaties zusters en broeders en leken zijn ze daar nu naar op weg, zonder dat er een duidelijk antwoord is.
In de boeddhistische wereld gebruiken ze wel eens het beeld van een onafgebroken lijn van leraren vanaf de Boeddha die inzichten hebben doorgegeven en de opdracht om er iets eigens mee te doen. Een van de vernieuwingen die Thich Nhat Hahn aangebracht heeft is zijn overweging: de volgende boeddha is een sangha. Een gemeenscha leert en heeft door. Geen meester op een voetstuk meer. Met die uitdaging is de monnikkengemeenschap aan het oefenen.

Dat wat je vandaag doet schept de toekomst. De moeder in de speeltuin heeft het zaadje van doorzettingsvermogen water gegeven. Later in zijn leven zal het kind daar wat mee doen. Mijn zoon wilde helemaal geen docent worden. Hij is het nu toch. Wat heb ik gedaan om dat zaadje te planten?
Het was een zin uit de geleide meditatie van maandag die bleef hangen: mijn acties zijn de grond van mijn bestaan. Vorige week kreeg ik een bericht van 25 docenten in de Gaza strook die weer een school wilde beginnen. Iemand stelde ze een villa ter beschikking als school. Ze hebben stoelen en tafels nodig. Bij het bericht zat de vraag: is er een manier waarop we deze mensen kunnen ondersteunen?
Dat bericht kroop in mijn hart. Deze leerkrachten tonen de wil die er in ieder zit om de volgende generatie een kans te geven. Dit is een gemeenschap. Het lijkt vanzelfsprekend maar dat is het niet. Het is bijzonder.
Maar toen ik het aan een paar mensen voorlegde was er aarzeling. Rondom de Gaza situatie hangt een zwijgen, een taboe. Ik heb daar een beetje begrip voor. Een kind dat opgroeit leert van het trapje in het speeltuintje. Van de andere kinderen die het tegenkomt. Van moeders, broer, zus, vrienden. Op school van jullie en ik, leerkrachten. We leren van elkaar, als we delen. Het kind leert ook van de samenleving zoals die op dit moment is. We geven niet alleen maar liefde door, maar ook ongemakkelijkheden.
Dat je op maandag avond of op een ander tijdstip even de tijd neemt om te mediteren, met openheid te ontmoeten wat er in je is, is een voedend en kalmerend moment. En het is een stap in de toekomst, op de een of andere manier geef je het door.
Ik nodig je uit om samen te komen en je te verbinden met je denken, spreken en handelen van dit moment.
Beste vrienden,
In een artikel over schooladvies vertelde een leraar dat ze erg hun best doen om het kind in zijn geheel te zien. Aanleiding is de bijna elk jaar terugkerende onrust over het schooladvies. Een van de dingen waar ze naar kijken is de ‘werkhouding’ van een kind.
Ik dacht aan verschillende leraren die in de loop van de tijd gedeeld hebben over hun leerlingen. Hoe belangrijk het gevoel ‘gezien te worden’ is voor een leerling. Dat een kind gestimuleerd wordt door te wijzen op wat ze goed gedaan hebben. De emoties in de stem van een leraar die iemand terechtwijst. Ik zie en hoor dan de grote betrokkenheid van leerkrachten. Naast deskundigheid is ook het onderwijshart belangrijk.
In de tekst wordt het voorbeeld genoemd van een leerling die het misschien wel kan, maar het komt er niet uit. De potentie is er wel, maar het resultaat niet. Is de opdracht misschien niet uitdagend genoeg. Ik kan me voorstellen dat er leerkrachten zijn die zichzelf de vraag stellen: ligt het misschien aan mij?
Ik vond het spannend, op de middelbare school, toetsen maken. Ik herinner me docenten die met spanning in hun stem zeiden: dit is een belangrijke toets. Als je die niet goed maakt dan wordt het moeilijk om nog een voldoende op het rapport te halen. Ik stond dan met 1-0 achter. De stress van de leerkracht voedde mijn eigen stress.
Misschien was mijn resultaat wel beter geweest als die leerkracht de kans had gekregen om aandacht te besteden om kalm te blijven. Om even stil te staan bij: hoe was het voor mij, vroeger? Het is niet gemakkelijk om kalm te zijn in een school, met de vele activiteiten, de geluiden op de gang, de verwachtingen van ouders en de overvolle agenda van een vergadering op het einde van de dag.

De afgelopen dagen scheen de zon. Dat gaf me een heerlijk ontspannen gevoel. Vandaag was het bewolkt en een koude wind. Ik moest wachten voor een stoplicht en even brak de zon. Die zon is er, achter de wolken. De kalmte is er in jou, achter je onrust. Het vertrouwen van een kind in zichzelf is er, achter de onzekerheid.
Pauzeren. Even stoppen zodat je de zonnestralen van je warmte weer voelt. Zodat je weer ervaart dat drie in- en uitademingen genoeg zijn om je kalmer te krijgen. Dan wordt de blik waarmee je naar een leerling kijkt helderder. Zie je haar of zijn potentie. Dat kind ziet jou kijken. Wat aandacht krijgt, groeit.
Ik nodig je uit om samen te zitten en contact te maken van de zon van kalmte in ons.
Beste vrienden,
In een artikel over schooladvies vertelde een leraar dat ze erg hun best doen om het kind in zijn geheel te zien. Aanleiding is de bijna elk jaar terugkerende onrust over het schooladvies. Een van de dingen waar ze naar kijken is de ‘werkhouding’ van een kind.
Ik dacht aan verschillende leraren die in de loop van de tijd gedeeld hebben over hun leerlingen. Hoe belangrijk het gevoel ‘gezien te worden’ is voor een leerling. Dat een kind gestimuleerd wordt door te wijzen op wat ze goed gedaan hebben. De emoties in de stem van een leraar die iemand terechtwijst. Ik zie en hoor dan de grote betrokkenheid van leerkrachten. Naast deskundigheid is ook het onderwijshart belangrijk.
In de tekst wordt het voorbeeld genoemd van een leerling die het misschien wel kan, maar het komt er niet uit. De potentie is er wel, maar het resultaat niet. Is de opdracht misschien niet uitdagend genoeg. Ik kan me voorstellen dat er leerkrachten zijn die zichzelf de vraag stellen: ligt het misschien aan mij?
Ik vond het spannend, op de middelbare school, toetsen maken. Ik herinner me docenten die met spanning in hun stem zeiden: dit is een belangrijke toets. Als je die niet goed maakt dan wordt het moeilijk om nog een voldoende op het rapport te halen. Ik stond dan met 1-0 achter. De stress van de leerkracht voedde mijn eigen stress.
Misschien was mijn resultaat wel beter geweest als die leerkracht de kans had gekregen om aandacht te besteden om kalm te blijven. Om even stil te staan bij: hoe was het voor mij, vroeger? Het is niet gemakkelijk om kalm te zijn in een school, met de vele activiteiten, de geluiden op de gang, de verwachtingen van ouders en de overvolle agenda van een vergadering op het einde van de dag.

De afgelopen dagen scheen de zon. Dat gaf me een heerlijk ontspannen gevoel. Vandaag was het bewolkt en een koude wind. Ik moest wachten voor een stoplicht en even brak de zon. Die zon is er, achter de wolken. De kalmte is er in jou, achter je onrust. Het vertrouwen van een kind in zichzelf is er, achter de onzekerheid.
Pauzeren. Even stoppen zodat je de zonnestralen van je warmte weer voelt. Zodat je weer ervaart dat drie in- en uitademingen genoeg zijn om je kalmer te krijgen. Dan wordt de blik waarmee je naar een leerling kijkt helderder. Zie je haar of zijn potentie. Dat kind ziet jou kijken. Wat aandacht krijgt, groeit.
Ik nodig je uit om samen te zitten en contact te maken van de zon van kalmte in ons.
——————————-
Beste vrienden,
In een artikel over schooladvies vertelde een leraar dat ze erg hun best doen om het kind in zijn geheel te zien. Aanleiding is de bijna elk jaar terugkerende onrust over het schooladvies. Een van de dingen waar ze naar kijken is de ‘werkhouding’ van een kind.
Ik dacht aan verschillende leraren die in de loop van de tijd gedeeld hebben over hun leerlingen. Hoe belangrijk het gevoel ‘gezien te worden’ is voor een leerling. Dat een kind gestimuleerd wordt door te wijzen op wat ze goed gedaan hebben. De emoties in de stem van een leraar die iemand terechtwijst. Ik zie en hoor dan de grote betrokkenheid van leerkrachten. Naast deskundigheid is ook het onderwijshart belangrijk.
In de tekst wordt het voorbeeld genoemd van een leerling die het misschien wel kan, maar het komt er niet uit. De potentie is er wel, maar het resultaat niet. Is de opdracht misschien niet uitdagend genoeg. Ik kan me voorstellen dat er leerkrachten zijn die zichzelf de vraag stellen: ligt het misschien aan mij?
Ik vond het spannend, op de middelbare school, toetsen maken. Ik herinner me docenten die met spanning in hun stem zeiden: dit is een belangrijke toets. Als je die niet goed maakt dan wordt het moeilijk om nog een voldoende op het rapport te halen. Ik stond dan met 1-0 achter. De stress van de leerkracht voedde mijn eigen stress.
Misschien was mijn resultaat wel beter geweest als die leerkracht de kans had gekregen om aandacht te besteden om kalm te blijven. Om even stil te staan bij: hoe was het voor mij, vroeger? Het is niet gemakkelijk om kalm te zijn in een school, met de vele activiteiten, de geluiden op de gang, de verwachtingen van ouders en de overvolle agenda van een vergadering op het einde van de dag.

De afgelopen dagen scheen de zon. Dat gaf me een heerlijk ontspannen gevoel. Vandaag was het bewolkt en een koude wind. Ik moest wachten voor een stoplicht en even brak de zon. Die zon is er, achter de wolken. De kalmte is er in jou, achter je onrust. Het vertrouwen van een kind in zichzelf is er, achter de onzekerheid.
Pauzeren. Even stoppen zodat je de zonnestralen van je warmte weer voelt. Zodat je weer ervaart dat drie in- en uitademingen genoeg zijn om je kalmer te krijgen. Dan wordt de blik waarmee je naar een leerling kijkt helderder. Zie je haar of zijn potentie. Dat kind ziet jou kijken. Wat aandacht krijgt, groeit.
Ik nodig je uit om samen te zitten en contact te maken van de zon van kalmte in ons.
April————————
Beste vrienden,
Als je deze uitnodiging leest is het weekend. Onderdeel van de vrije tijd die je hebt. Even op adem komen. Aandacht hebben voor de mensen met wie je je verbonden voelt. Wellicht heb je daar niet zo’n tijd voor tijdens een werkdag.
Deze week verviel er een afspraak. Ik had een middag vrij. Ik besloot een wandeling door een prachtig bos te gaan maken. Het eerste kwart van de tijd liep ik wel door dat bos, maar ik was bezig met allerlei gedachten, taken, herinneringen. Ik werd wakker geschud door een duif die me niet aan had horen komen en vlak voor me opvloog.
Ik keek met aandacht rond me heen. Oh, ben ik hier al? Ik zette zo goed als ik kon de knop van mijn gedachten uit en wandelde verder. Ik keek naar de bomen, met die prachtige gevormde takken die spoedig bedenkt zouden zijn door het bladergroen. Ik zag het mos tussen pad en sloot. Aan de andere kant van een graslandje zag ik een reiger.
Die reiger kroop in mijn gedachten. Een tijd lang had ik die als een mindfulness bell beschouwd. Kun je stil staan (op een been) en waarnemen. Geduldig wachten tot het juiste moment?

Ik vertraagde mijn pas. Voelde de kiezelstenen onder mijn voeten, voelde de zachte wind op mijn huid. Op een moment stond ik stil. Nam de omgeving in me op. Zag een prachtig lijnenspel in de bast van een boom. Een paar krachtige wortels waren zichtbaar. Bedekt met groen mos, waar ik nu zwarte insectjes zag lopen.
Ik heb daar lang gestaan. Moest denken aan ‘nothing to do, nowhere to go’ van zen meester Linji. Ik had drie kwart van de wandeling nodig gehad om te vertragen. Om mijn been op te trekken en rond te kijken. Om te ontdekken dat mijn mind verder wilde. Te ervaren dat ook mijn benen in een soort ‘ik besta als ik loop, als ik onderweg ben’ modus stonden die ik niet zomaar uit kon zetten.
Vanuit het niets kwam een uitspraak van een vriend in me op. Die is machinist op een trein. Als ik uit alle kracht rem duurt het een kilometer voordat de trein stilstaat. Het gewicht van de trein duwt door. Mijn gedachtentrein duwde door.
Het laatste kwart van de wandeling voelde ik blijdschap dat ik het ontdekt had. En dat mijn rust niet gevuld werd door de gedachte: je hebt het niet goed gedaan of je hebt je tijd verspild.
Het is een oefening in opmerkzaamheid. Het is een oefening in vertragen. In stil staan en je verbinden met wat er is in plaats van gericht zijn op wat er straks komt.
Gemakkelijk is dat niet. Het is oefenen, steeds opnieuw oefenen. En dat betekent waarnemen. Oordeel opmerken en loslaten. Waarnemen. Afleiding waarnemen en terugkomen.
Samen oefenen helpt. Je bent welkom in onze online onderwijs sangha op maandagavond.
Beste vrienden,
Ik zit. Ik beweeg bijna niet. Ik kijk naar de bomen, planten, struiken en het gras in de tuin. Naar de wolken in de lichtblauwe lucht. Het zingen van vogels. Het geluid van een auto die langsrijd. Zwakke stemmen uit het huis achter mij.
Aan de andere kant van de schutting loopt een moeder en een kind. ‘Vanmorgen is oma op bezoek gekomen’ zegt de moeder. Het kind reageert blij: ‘en is oma er nog?’ Ja, ze wilde jou ook graag zien’. Rennende voetstappen. De moeder zegt kalm: ‘nog niet oversteken, hoor. Even op mij wachten.’ De jongen staat stil. Mijn hart wordt warm van de kalme manier waarop moeder dat zegt.
Ik moet denken aan de stemmen in mijn hoofd. ‘Je had dit moeten doen of dat moeten zeggen’. ‘Je zit hier je tijd te verdoen. Die stemmen zijn scherp, schreeuwen een beetje. Misschien omdat ze de ervaring hebben niet gehoord te worden.

Hoe spreek je als leraar. Wat klinkt er van jouw eigen onrust en spanning door in wat je zegt? Heb ik in de gaten wat het effect is van wat ik zeg en hoe ik het zeg. En dat ik het gesprekje misschien snel vergeten ben, maar de leerling niet.
Een tijd geleden schreef mijn moeder iets op. Ze liet het aan mij lezen en zei: sorry voor het handschrift. Maar toen ik leerde schrijven zei een meester heel streng: jij mag niet met links schrijven. Jij moet rechts gaan schrijven. Dat heeft pijn gedaan. Die pijn zie ik nog in het handschrift’.
De manier waarop je iets zegt is verbonden met wat er binnen in je leeft. Iemand vroeg me laatst om uit te leggen waarom ik voor het beroep van leraar gekozen had. Toen ik een korte versie van mijn motivatie had gegeven zei de gesprekspartner: je bent er nog steeds enthousiast over.
Luisteren naar je stem. Naar de boodschappen die daarin zitten. Met dezelfde aandacht luisteren naar wat iemand anders zegt en hoe. Dat is een mooie oefening van aanwezig zijn. Je luistert in dit moment. Een vroegere gebeurtenis kan doorklinken in het gesprek. Blijf je erbij aanwezig, sla je het over, stop je het weg?
Ik nodig je uit om samen met ons de tijd te nemen om te zitten en te luisteren. Met aandacht zijn met wat op dit moment gehoord wil worden.
Mei—————
Beste vrienden,
Als je als heel jong mens een school binnen loopt kom je in een groep terecht. Je gaat dan leren hoe je rekening moet houden met anderen en je gaat ook ontdekken dat er veel verschillende soorten mensen zijn. Daardoor ontdek je ook wie je zelf bent.
Jij wilt alles heel netjes doen maar je buurman of vrouw wil veel liever buiten spelen. Jij let heel goed op de meester en bent dus al stil voordat de meester om stilte vraagt. Maar jouw tafelgroepje gaat door.
Hoe vind je daar je weg in? Wat heb je nodig van de leraar?
Hoe die leraar omgaat met de balans tussen individu en een groep is mede afhankelijk hoe dat met hem is gegaan. Als hij vaker streng behandeld is omdat hij als kind in de klas niet snel stil kon zijn reageert hij misschien zelf strenger. Je geeft door. Oefenen in je daar bewust van zijn.
Misschien wordt er op een bepaald moment iets wakker in een kind zodat zij of hij meer voor zichzelf opkomt. In onze maatschappij hebben we het nodig dat mensen ‘normaal’ doen maar ook dat mensen hun eigen unieke talent aan de maatschappij geven.
Daar staan we bij stil op zondagavond 4 mei. Zonder een groot aantal dappere mensen die niet zomaar deden wat ze verteld werd en daarbij zelfs hun leven in de waagschaal stelden zou je dit misschien niet mogen lezen en niet online deel kunnen nemen. Eigenwijsheid en verzet en stem verheffen zijn parels in de maatschappij.

Op 5 mei is het bevrijdingsdag. We vieren de vrijheid. Voor mij is dat: krijg ik de ruimte om te worden wie ik ben? Kan ik zeggen wat ik belangrijk vind? Wat is het voor jou, vrijheid? Hoe gebruik je vrijheid? Je kunt erover lezen. Je kunt ook voelen hoe vrij je je voelt. Hoe laat je het zien en ervaren in de klas?
Hoe wij nu vrijheid doen en zijn bepaald hoe de kinderen voor wie we mede zorgen zullen denken en doen over vrijheid. Respecteren dat een volgende generatie dingen anders doet.
Eerder deze week luisterde ik naar een talk van Thich Nhat Hahn. Hij was in New York voor een lezing een aantal dagen na de aanvallen van 11 September. Hij wilde oproepen tot vrede. Zijn studenten waren bezorgd: in Amerika was er een stemming van vergelding en misschien was zijn leven wel in gevaar als hij dat zei. Wat de zen-leraar zei raakte me: ‘als ik tijdens het onderricht van de Dharma -de waarheid- gedood zou worden zou ik nog steeds hun leraar zijn. Maar als ik door gebrek aan moed zou weigeren om mijn inzicht en mededogen te delen, dan zou mijn lichaam waarschijnlijk in leven blijven, maar hadden ze wel een goede leraar verloren.’
Spreken. Zwijgen. In het midden gaan staan. Om vrede vragen. Vrede zijn. Het enige wat er overblijft van je leven zijn je acties.
Ik heb twee acties deze week. Als eerste faciliteer ik ons onderwijs sangha avond, waarbij we stil staan bij het zijn en het doen van vrijheid en het zijn en het doen van vrede. Vrede in jezelf, vrede in de wereld.
En ik vraag aandacht voor het school initiatief in Gaza. Zie bijlage. Ik zou me geen leraar meer voelen als ik dat niet ter sprake kan brengen. Ik vraag je niet een standpunt in te nemen. Ik vraag je om even met hart en ziel aanwezig te zijn bij die volwassen mensen, die hun volgende generatie iets leren in moeilijke omstandigheden. Ik deel dat ik lang geaarzeld heb om dit te doen. Wat me voortdurend doet nadenken over wat vrijheid in een samenleving is.
Beste vrienden,
Vandaag deelde Elena, een leerkracht uit Amerika, een ervaring. Een jaar geleden had ze een uitleg gegeven over haar beoefening als leerkracht en haar vrijwilligerswerk als coördinator van wake up schools.
Vorige week stond er ineens een leerkracht voor haar bureau toen de klas weg was. Die collega had een wanhopige blik in haar ogen en zag er heel moe uit. ‘Het gaat niet goed met mij maar dat is alles wat ik kan zeggen’. Een paar weken lang had Elena aan het einde van de dag wat chi gong oefeningen gedaan. Geen vraag gesprek, geen ‘ik zou dit doen als ik jou was’ maar samen oefenen in met aandacht bewegen.
Die leerkracht knapte daarvan op. Na een paar weken zei ze: ik schaamde me eigenlijk zo dat ik niet kon zeggen wat er was. Ik kan het nog niet. Maar ik kan wel luisteren naar mijn lichaam. Ze besloten samen dat de volgende stap een stilte wandeling met aandacht voor elke stap zou zijn. Na een tijdje kwam er een gesprek op gang.
Wat me raakte was dat Elena zei: ik zie steeds meer leerkrachten om me heen met een soort onvermogen om te zeggen wat er is en dan maar doorgaan. Ze snakken naar een veilige plek waar ze kunnen delen over iets wat niet kant-en-klaar is, probleem, oorzaak en oplossing. We waren even stil en dachten allebei: dat is misschien ook zo voor veel leerlingen.

Voor het gemak maken we onderscheid tussen lichaam en geest. Tussen body en mind. Tussen die twee delen van onszelf vindt een voortdurende uitwisseling plaats. Een gesprek. Kunnen we dat gesprek horen? Kunnen we onze aandacht daarop richten?
Thich Nhat Hanh kon met een glimlach op zijn gezicht zeggen: ‘als je twee uur achter een computer hebt gezeten weet je niet meer dat je een lichaam hebt’. Ik merk wel eens dat ik te veel gegeten heb. Het signaal dat ik vol zit heb ik gemist.
Iets in de uitgeputte leerkracht had haar naar Elena gebracht. Iets in Elena had ervoor gekozen om geen woorden te gebruiken. Een stem in ons. De stem van ons hart? De stem van ons lichaam? De Boeddha in je?
Samen stil zitten en luisteren. Op je eigen plaats en tijdstip of samen met anderen, tijdens de onlineonderwijs sangha op maandagavond
Beste vrienden,
Gisteren deelde een collega haar zorgen over leerlingen die moeilijk bereikbaar en vaak afwezig zijn. Ze noemde een aanwezigheidspercentage van 30 procent. Haar zorg was: over 10 jaar hebben deze mensen misschien een gezin en hebben ze kinderen. Welke waarden en normen geven ze die kinderen mee?
Een van de voor mij krachtige inzichten van het boeddhisme is dat je niet alleen naar de situatie van nu moet kijken, maar ook naar de wortels van die situatie. Waar komt het vandaan, waar is het begonnen? Een helpend maar ook een heel uitdagend inzicht is dat de boosheid die in mij zit misschien niet van mij is maar doorgegeven door mijn ouders. Die het weer hebben gekregen van hun ouders.
Daar hoort ook het inzicht bij dat door inzicht en begrip verandering mogelijk is. Dat je kunt zitten op je kussen en je boosheid of je vermoeidheid onderzoekt en wat meer inzicht krijgt in waar het vandaan komt. Dat je kunt zien dat er een gewoonte is ontstaan en je kunt -met aandacht en mededogen- stoppen met die gewoonte. Het helpt daarbij als je het met anderen deelt. Die je een ander perspectief kan geven. In hetzelfde gesprek deelde een andere collega dat ze iemand kende die voortijdig van school was gegaan en op eigen kracht een waardevolle zakenman was geworden. Juist misschien wel omdat hij niet naar school was gegaan en op een andere manier erkenning en mogelijkheden had moeten vinden.
Op 5 mei 2022 ontmoetten Baltus en ik elkaar op een terras in Amsterdam. We waren het erover eens dat het beginnen van een onderwijssangha, waarin leraren elkaar kunnen ontmoeten en oefenen om zo kalm en helder te zijn in een klas nodig was. Op 15 mei 2022 zijn we begonnen.

Vandaag hebben we een lange wandeling gemaakt langs de IJssel om opnieuw stil te staan bij onze motieven. En het pad wat we nu samen hebben afgelegd. Er zijn mensen gekomen en er zijn mensen gegaan. Het is nog een kleine, tere bloem. We blijven kansen zien. Baltus heeft een plek gecreëerd waar over een tijd retraites gehouden kunnen worden, we samen kunnen oefenen en delen. Ik ben begonnen aan het maken van een website, zodat we meer kunnen delen en mensen kunnen ondersteunen in de beoefening. Voor mij was het wezenlijke van de ontmoeting dat we nog steeds krachtig geworteld zijn in de motivatie om deze ruimte te bieden.
Op de terugweg heb ik naar de lezing van Sister True Dedication, waar we samen naar toe gegaan zijn nadat we besloten hadden: we gaan dit doen. Hoe kun je een bijdrage leveren aan verandering?
Ik nodig je graag uit om deel te nemen aan onze onlineonderwijs sangha, met als bezinningsvraag: waarin ben jij geworteld? En waarin wil je groeien? Als jij daar verbinding mee hebt, straal je dat uit en het zet mensen, leerlingen en collega’s in beweging.
Beste vrienden,
Het was woensdagmiddag. De trein zat vol met scholieren die opgelucht onderweg waren naar huis. Ik zat te lezen in het boek ‘Happy teachers Change The World’. Een van hen begon een gesprek. ‘Bent U leraar’? Ik legde uit dat ik twee jaar geleden gestopt was met werken. ‘Als U geen leraar meer bent, waarom leest u dan dat boek?’ Ik deelde over de onderwijs sangha.
Hij keek me onderzoekend aan. ‘Ik zit in een vervelende klas. We zijn druk, hebben er geen zin in en doen ons best het de leraar moeilijk te maken. Om eerlijk te zijn: daar zijn we best goed in. Dat moet niet leuk voor onze leraren zijn. Ik zie veel leraren hun boosheid onderdrukken. Ze houden het vol en ze houden ons stil omdat er toetsen aankomen.’ Hij wees naar de titel van mijn boek. ‘Die leraren zijn echt niet gelukkig, dus van veranderen komt niet veel’.
Hij vroeg of ik ook ooit zo’n klas gehad had. Ik vertelde dat ik er elk jaar minstens had. En dat ik er lang over gedaan had om te begrijpen dat de aanpak ‘ik moet dit winnen’ niet werkte. En er nog langer over gedaan had om te stoppen met te denken dat ‘het aan mij lag’.
De omroepstem van de conducteur onderbrak het gesprek. Bijna bestemming bereikt. We stonden op en pakten onze spullen. Naast me stond een meisje uit de groep. Die stelde me een vraag die me ook raakte. ‘Dus dan stond U op van tafel, zette uw kopje weg, ging gespannen naar die klas die niet wilde.’ Ik knikte. ‘Dus U besprak het niet echt met Uw collega’s.’ Ik knikte opnieuw. ‘Dat moet toch best eenzaam zijn’. Ik keek haar aan. ‘Mijn vader was ook leraar. Ik kon het voelen, als het de dag was waarop hij die shitklas had. Hij was kortaf aan het ontbijt, staarde wat voor zich uit en de voordeur werd met een klap dichtgesmeten’.
De afgelopen dagen bleef dat beeld ‘de eenzame leraar’ in mijn bewustzijn rondfietsen. Misschien was het wel een soort taboe, in de teams waarin ik werkte. Ik herinnerde me dat ik soms een collega in vertrouwen nam.
Ik was al over de helft van mijn lerarenloopbaan toen ik op het idee kwam om de ongemakkelijke relatie met de klas te bespreken. Gisteren, na mijn meditatie kwam een nieuwe vraag op: misschien zat er in elke klas wel een leerling die het erover wilde hebben. Die zich ongemakkelijk voelde. Het is heel goed mogelijk dat ik die signalen gemist heb.

Een van de pijlers van onze beoefening is: stoppen. Voelen hoe het is. In je laten opkomen waar je tevreden over bent. Aanwezig zijn bij situaties waar je je ongemakkelijk bij voelt. Een ‘gelukkige, tevreden’ leraar zijn begint bij een uitdaging: erkennen wat er is. Het niet uit de weg gaan. Door daar open over te zijn is er een kans dat je ook beter ziet wat er ‘met de klas’ of ‘met die leerling’ is.
Ik nodig je uit om maandagavond aanwezig te zijn bij de onderwijs sangha. Een uur waarin je aanwezig bent bij jouw proces. Je hoeft het niet te delen. Je krijgt de kans om op je eigen manier ‘een luisterende collega’ te zijn voor jezelf. Een zachte stap.
Juni——————–
Beste vrienden,
Een aantal dagen geleden nam ik deel aan een groepsgesprek over de beoefening van mindfulness. De eenvoudige beschrijving die we hanteerden was: met aandacht aanwezig zijn in dit moment zonder oordeel. We namen allemaal een kop thee, dronken die met aandacht en dachten na over de beschrijving.
‘Ik ben hier met het openbaar vervoer gekomen’ aldus een van de deelneemsters. ‘En ik ontdekte dat ik over iedereen een oordeel had. Te luide stem, te zwaar, sombere blik, dringt voor’. Ik was één en al oordeel tijdens het in- en uitstappen op een station. Dus ik was wel met aandacht aanwezig, maar ik was met aandacht aanwezig met mijn oordeel en ik was niet blij met dat oordeel.’
Er werd instemmend gereageerd. Toen keek de spreekster naar mij. ‘Jij zit toch in het onderwijs? Dat moet moeilijk zijn. Voldoende, onvoldoende, wel begrepen, niet begrepen, te laat, niet te laat.’ Er kwam even een wat zure glimlach tevoorschijn. ‘Jij kunt er niets aan doen, maar ik had zo’n hekel aan die rode pen!’ Opnieuw instemming in de groep.
Ik werd gered door de begeleider van dit gesprek. Die zei dat de mind van iedereen voortdurend aan het oordelen is. ‘Dat hoort tot de ‘natuur’ van de mind. Het is niet de bedoeling dat je dat gaat onderdrukken. Het is de bedoeling dat je je er bewust van wordt en er niet gedachteloos in mee gaat. ‘Ik neem een oordeel waar’ is een hele goede oefening tijdens een meditatie. Of als je aan het koken bent.’

Hij stelde voor om even een paar minuten stil te worden en je adem te volgen. En dan met aandacht een slok thee te drinken. Nadat het laatste kopje weer was neergezet vroeg hij: ‘steek je hand op als je gedacht hebt: ik adem te snel of een andere kritische gedachte’. Iedereen stak zijn hand op. Hij pakte zijn bijna lege theekopje, nam nog een slok en zei: wat in me opkwam was: ‘bitter’. Gegrinnik in de groep.
We konden weer wat vriendelijker zijn naar de mindfulness beschrijving. Later op de dag kwam de gedachte: ik heb als leraar vaak een oordeel uitgesproken naar leerlingen. Er komt nog regelmatig spijt in me op als er een herinnering boven komt.
Je leest deze uitnodiging omdat je je ingeschreven hebt voor de onderwijs sangha. Op maandag avond komen we bij elkaar om een uur de tijd te nemen voor onszelf. Te luisteren, te ervaren. Tijdens je stil zitten liggen op je kussen, stoel, bank kun je in contact komen met de kalmte die in je is. Dat wordt ook wel gezien als het trainen van een spier. Met een getrainde aandachtsspier is je aanwezigheid in een leersituatie wellicht opener.
In elk moment kan er een oordelende gedachte opkomen. Als je dit leest en besluit wel of niet deel te nemen. Als je opstaat van je kussen, de zoom bijeenkomst beeindigd en misschien denkt: ik vind het moeilijk om deze rust en dit inzicht mee te nemen in de klas. Herken je dat oordeel als oordeel? Geef je het water? Zie je waar het vandaan komt? Zie je dat je het los kunt laten? Oefenen.
Een kind leert staan en lopen door ontelbare keren te vallen en weer op te staan.
Op Maandagavond kun je deelnemen. Op elk ander gewenst moment kun je even stil staan en met zachte aandacht herkennen.
Moge ik de moed hebben om te veranderen wat ik kan, de sereniteit om te accepteren wat ik niet kan veranderen en de wijsheid om het verschil tussen beide te kennen.
Beste vrienden,
Vorige week deelde een van ons iets van zijn zoektocht in de klas. Soms is een klas druk, onverschillig en voelde hij zich genoodzaakt om een duidelijke grens te stellen. Dat wilde hij vaak niet. Maar soms zorgde die interventie voor een heel goed gesprek met diezelfde onverschillige leerlingen.
Mijn beeld van deze zoektocht bleef de hele week bij me. Misschien omdat de eerste uitleg die ik ooit kreeg bij meditatie heel eenvoudig was: stoppen waar je mee bezig zijn, gaan zitten en luisteren. Om vervolgens te ontdekken hoe moeilijk het is om te stoppen waar je mee bezig bent.
Ik herinnerde me een klas die maar door bleef praten. De eerste paar keer greep ik in. Het koste wat kracht en macht maar de klas ging aan het werk. Het voelde niet goed, dus de vierde keer bleef ik stil staan wachten. Na 25 minuten werd het stil omdat een leerling om stilte begon te roepen.
Ik heb ze gevraagd een blad papier te nemen en op te schrijven wat ze dachten toen ze me zo zagen staan. Een antwoord kwam nu opnieuw in mijn herinnering. ‘U bent de docent dus ik verwacht van U dat U ons stil krijgt zodat we kunnen beginnen.’ De vraag kwam in mij op: wilde die leerling misschien eigenlijk zeggen: ik kan het niet zelf, dit stoppen en me concentreren?
Een paar weken geleden ben ik van meditatietechniek veranderd. De herinneringsbel om de vijf minuten, zodat ik terug kon keren naar mijn adem, heb ik uitgezet. Nu moet ik zelf ontdekken dat ik afgedwaald ben en dan terug keren. Naast dat dat niet meevalt ontdek ik dingen in die rivier van gedachten en gevoelens die dan voortraast. Nu ik de om stilte roepende bel heb uitgezet leer ik aanwezig te zijn bij wat er is, op een andere manier.

Waar is mijn aandacht? Waarom is die daar? Kan ik accepteren dat die daar is? Een van de krachtigste oefeningen van de Plum Village traditie is even stoppen als je een bel hoort, in welke vorm dan ook: drie keer met aandacht inademen en onderzoeken: wat was ik nu aan het doen?
Ik bleef dus bij dat ingrijpen in een onrustige klas. Interessant. ‘Het is gemakkelijker een atoom te splitsen dan onze (voor)oordelen. Een citaat van Oppenheimer wat ik tegenkwam. Ik heb het vermoeden dat die aanrakingen werken als een mindfulnessbel. Onderzoeken hoe dat bij jou werkt verheldert niet alleen jouw proces van aandacht, maar ook meer begrip voor het proces van aandacht van een leerling. Die misschien jouw klas binnenstapt met een steeds terugkerende gedachte over iets wat tijdens het ontbijt tegen hem gezegd is.
Ik nodig je uit om samen met ons te gaan zitten, de bel te horen en dan met een nieuwsgierig hart te luisteren. Wat dient er zich aan? Misschien word je er stil van.
Op Maandagavond kun je deelnemen. Op elk ander gewenst moment kun je even stil staan en met zachte aandacht herkennen.
Beste vrienden,
Tussen grote nieuwsitems op de NOS-app als de vliegtuigcrash, een nieuwe directeur van de Nederlandse Bank, brede steun voor extra miljarden voor defensie en een aanslag op een kernreactor had zich een onderwijsitem gewrongen: (basisschool-)leraren besteden gemiddeld een dag per week aan administratie. In een krant op de bibliotheektafel een foto van een lerares die het speelkwartier gebruikte om vast wat administratie te doen. Ondertussen at ze een appel.
Mijn beeld van dat speelkwartier was dat leerkrachten dan even pauze hadden. Dat hun oren even van stilte konden genieten; geen 20 kinderen die door elkaar riepen. Ik dacht dat ze even gewoon voor zich uit konden kijken zonder te scannen of het met iedereen wel goed gaat.
Ik moet denken aan de mindfulnessbel op mijn telefoon die me elke 20 minuten vraagt om even te stoppen. Het lijkt erop dat deze lerares dat wel kan gebruiken want ze gaat maar door. Ik twijfel niet aan haar goede bedoelingen. Misschien heeft ze de ervaring dat als ze het nu meteen opschrijft ze dadelijk meer aanwezig kan zijn in de klas en niet een deel van haar aandacht gebruikt om te onthouden wat ze vlak voor het speelkwartier gezien had bij een kind.

Ik nodig je even uit om stil te staan bij jou momenten van pauze gedurende dag. Hoeveel zijn het er? Wat doet het met je? Hoe vaak ga je even zitten om gewoon nieuwsgierig om je heen te kijken zonder je to do lijst bij te werken?
Een vriend van mij liet weten dat hij een half uur later zou zijn. Ik klik op de eerste link van een lijstje ‘nog te kijken goede video’s’. Het is Thich Nhat Hahn over onrust. Hij deelt een anekdote: Nelson Mandela was op bezoek in Frankrijk. Een verslaggeefster vraagt hem: wat mist U met meest van de tijd voordat U president was? Zijn antwoord is: gewoon een tijdje zitten en niets doen. In de gevangenis had ik daar tijd genoeg voor. Maar nu niet meer. Met een betrapt gevoel stopte ik de video.
Misschien, dacht ik bij mezelf, is dat ‘stoppen en zitten en aanwezig zijn bij wat erop komt’ in deze tijd wel een revolutionaire daad. Een handeling met veranderkracht. Iemand had uitgerekend dat een gemiddelde volwassene die 79 jaar oud wordt en 3-4 uur per dag zijn aandacht laat stelen door zijn telefoon alles bij elkaar 10 jaar onafgebroken, dus dag en nacht zo bezig is. Zij vroeg haar publiek: wat nu als je een uur per dag zelf iets maakt? Ik dacht: wat nu als je vier keer per dag gewoon stopt en niets doet? Voor meditatie wordt soms het beeld van een vogel gebruikt: een vleugel staat voor dit stoppen, de ander staat voor diep kijken (begrijpen en inzicht).
Het nieuwsitem had zijn plaats verworven omdat een derde van de leerkrachten overweegt om een andere baan te zoeken. Een op de vier mensen die dat overwegen doen dat vanwege die administratie.

Ik nodig je uit om te proeven aan deze revolutionaire handeling: stoppen en zitten. Niet tijdens het speelkwartier, je pauze, de tijd aan het einde van de dag. In je ‘eigen tijd’ je maandagavond. Even proeven of en op welke manier je leraar-zijn aan kracht zou winnen als je twee momenten in de dag even stopt. Als is het maar om met aandacht een appel te eten.
Beste vrienden,
‘gisteren hadden we tijdens het avondeten een pittige discussie’, zei een moeder van een 17 jarige dochter die midden in de afsluitende toetsweek zit. ‘Ik vroeg naar hoe ze zich voorbereid had voor een mondelinge toets over de literatuurlijst’ en de dochter had kalm geantwoord: ‘twee boeken vond ik echt interessant en die heb ik gelezen. Van de anderen heb ik een samenvatting van internet geplukt en ik denk wel dat dat voldoende is’ . Een stevige discussie volgende over dat fouten maken of een herkansing voor een toets helemaal niet erg is; van fouten leer je, tenslotte. Moeder had zich alleen gevoeld in haar pleidooi je beter voor te bereiden en fouten te vermijden.
Ze was niet echt blij toen ik met haar deelde dat ik een redelijk goed leraar geworden was omdat ik fouten maakte. En dat ik me wel ongemakkelijk voelde als een klas mij confronteerde met een ‘fout’ maar dat ik het vermoedelijk zelf niet ontdekt zou hebben en dus misschien wel nog jaren door was gegaan met mijn docentengedrag.
Ze vroeg om een voorbeeld. Ik stopte met wandelen en keek haar aan. Mijn geheugen werd gevuld met ‘blunders’. In het midden van een les had ik een heel onrustige leerling het lokaal uitgestuurd. Die bleef maar praten en ik kon daardoor de groepen niet goed helpen met de opdracht. Het was een tijdje stil, want ik deed dat bijna nooit. Toen stond er een leerling op en die vertelde me dat ze het niet eerlijk vond. ‘U hebt een fout gemaakt.’ Al mijn haren gingen overeind staan. Stuur ik een leerling eruit en dan krijg ik te horen dat ik een fout gemaakt heb. Mijn autoriteitsgevoeligheid was met aandacht aanwezig.
Ondersteund door de klas legde deze leerling uit dat ik niet gezien had wat zij wel gezien hadden: de te drukke leerling snapte er geen zak van, had dat al vier keer laten weten maar ik had dat niet gezien of gehoord. De klas werd stil maar knikte instemmend. ‘En U had haar tot leider van ons groepje gemaakt. Hoe kun je nu de leiding krijgen als je het niet snapt’.
Onmiddelijk herinnerde ik me de blik van paniek in ogen van het meisje toen ik haar de leidersrol gaf.. Die had ik genegeerd. Ik heb de klas bedankt en ben het lokaal uitgelopen, heb de leerling terug gehaald en we hebben een goed gesprek gehad.

We hebben een tijdje stil gewandeld. ‘Daar kun jij toch niets aan doen’ zei ze plotseling. Er zitten zoveel kinderen in de klas die allemaal wat hebben en je hebt zoveel klassen per dag”. Ik vertelde haar wat ik geleerd had. In het vervolg was mijn stappenplan: opdracht uitgelegd, groepjes ingedeeld, leiders aangewezen. En dan twee nieuwe dingen: is er een vraag over de opdracht? Soms was er die, soms niet (leiders vinden het best wel moeilijk aan te geven dat ze het niet begrepen hebben) en dan liet ik voor de start een leerling de opdracht in eigen woorden herhalen.
Aan het einde van de wandeling zei ik: ‘gemaakte fouten blijven me heel goed bij. Deze situatie is wel 20 jaar geleden. Maar de herinnering is heel levend. En ik ben wel een beetje jaloers op jouw dochter. Ik ben opgegroeid in een tijd waarin een van de slogans was: ‘door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.’ Daar heeft zij geen last van.
Misschien maakt deze scene eigen herinneringen wakker. Ontdek je dat je veel energie steekt in het voorkomen van fouten.
We mediteren samen. De bel klinkt. Soms met een instructie: ga met aandacht zitten, stevig, en ontspannen. Misschien is er dan die stem in je hoofd: doe ik het wel goed? Op het kussen je ‘fouten’ ontdekken. Je bewust te worden van je streven zo min mogelijk fouten te maken. Even kijk je stiekem naar het scherm. Ga ernaar van uit dat iedereen die gedachten heeft. En ook de leerlingen en de collega’s waar je morgen naar kijkt. Het is een leerplek, dit samen oefenen. Het vraagt moed om te gaan zitten.
See me, feel me, touch me, heal me (The Who, 1969)
Beste vrienden,
Vanmiddag maakte ik een wandeling en ik kwam twee dames tegen en ik groette ze met: hallo. Ze groetten verrast terug en zeiden dat ze dat niet meer zo vaak meemaakten. ‘Jonge mensen doen dat niet meer’. Ze dankten me en hervatten hun gesprek en liepen door.
Zien en gezien worden. Susan David begon haar toespraak met een Afrikaans woord voor ‘hallo’. Sawubona. Het betekent zoiets als: ‘ik zie je en doordat ik je zien breng ik jou tot bestaan’. Ze maakte iets in me wakker toen ze vertelde dat ze als 15 jarig meisje heel dapper probeerde op allerlei mogelijke manieren haar werkelijke gevoelens te verbergen omdat ze dacht dat het zo hoorde. Omdat ze het gevoel had dat ze leefde in een maatschappij waarin je complimenten kreeg als je ‘sterk’ was. Ze voelde een onverbiddelijke focus op het ‘positieve’.
Ik stopte even met luisteren. Is dat nog zo? We hebben het vaak over een ‘positieve mindset’. Ik zag deze week leiders die veel applaus nodig hadden. Bij een ontmoeting aan het begin van de week zei iemand: ‘je ziet er moe uit’. Ik hoorde mezelf zeggen: ‘nee, hoor, dat lijkt maar zo, ik voel me prima.’ Toen ze weg was vroeg ik me af: waarom reageerde ik zo?
Mijn mind is een wonderlijk geval. De rest van de dag kon ik het begin van een liedje van heel lang geleden (see me, feel me van The Who )niet uit mijn hoofd krijgen.

Zien en gezien worden. De oefening van ‘diep kijken’. Een lerares Engels van deze toen 15 jarige Susan had in de gaten dat Susan niet zei wat ze werkelijk dacht en voelde. Ze deelde aan iedereen een schrift uit waarin de leerlingen werd opgedragen op te schrijven wat ze echt dacht en voelde. Niemand zou het lezen. Het is een gesprek met jezelf. Susan had de uitdaging aangenomen en is nu psycholoog.
Diep kijken. Erkennen wat er is. Er zitten vermoedelijk jonge mensen in lokalen die hopen dat jij ziet wat er echt is. Daarnaast kan iemand zitten die hoopt dat je niet ziet wat er is, want het is beter om het te verbergen. Kun je dat ook zien?
De eerste stap als leerkracht is: hoe zie je jezelf? Wat zie je als je naar binnen kijkt? Aan het begin van de week vond ik een quote van Thich Nhat Hanh die me onrustig maakte. De quote zit in de afbeelding. Misschien moet je even ‘uitzoomen’.
Ik nodig je uit om te gaan zitten en geduld te oefenen. Het duurt even voordat het zand in het water gezakt is. We sluiten onze ogen, ademen kalm om naar binnen te kijken. Vriendschap te sluiten met wat daar is.
Zien, voelen, aanraken, helen.
Dat zorgt er misschien voor dat je uitgerust en wakker met een heldere blik naar de jonge mensen in je klas kunt kijken.
Beste vrienden,
Deze week had ik een prachtige uitwisseling onder een boom met een mede beoefenaar over de uitdagingen van het leraarschap. Waar ben je eigenlijk voor opgeleid -kennisoverbrenger- en wat wordt er nu van je gevraagd -opvoeder, hulpverlener- en hoe blijf je daarin bij jezelf. We deelden dat we beiden vaardigheden in onszelf hadden ontdekt juist omdat de situatie ons prikkelde om uit de comfortzone te stappen. Oude autoriteit werkt niet meer, nieuwe autoriteit wordt gewenst. Misschien zit dan in je, zonder dat je het weet. Hoe geef je die water?

Een vriendin groet mij altijd met een diepe buiging en zegt: jij bent een potentiële boeddha. Ik reageer uit een stevige gewoonte met haar een lijst te geven met gebreken en verbeterpunten. En zij pakt er dan zo’n modderig punt uit en zegt hoe ik daar in veranderd ben en dat er best iets moois is opgebloeid. Ontwaken betekent voor haar: je herinneren dat je het al bent.
Bij het afscheid van mijn gesprekspartner kwam zijn dochter de kamer binnen. We stellen ons voor. Het blijkt dat ze aan haar vervolgopleiding begint. Ik zie een mooi, energieke jonge vrouw, wat kwetsbaar en een klein beetje ongemakkelijk bij die vreemde mijnheer die haar vraagt: en wat wil je gaan studeren? Met volle overtuiging zegt ze: criminologie. Ik ben verrast. Ik heb het beeld dat je daar heel stevig voor in je schoenen moet staan.
Deze scene blijft hangen. Deze jonge vrouw heeft in zichzelf iets gevonden waardoor ze denkt: dit is wat bij me past. Ee werkgebied aan de modderige kant van de maatschappij. Een lotus in zichzelf ontdekt. Ze heeft nog een hele weg te gaan maar het begin is er.
Tijdens verschillende gesprekken in de rest van de week valt het me op hoe snel mensen -inclusief ik zelf- praten over hun moeilijkheden, hun uitdagingen. Als iedereen contact kan maken met die ‘boeddha natuur in je’ waarom ligt dat dan niet op het puntje van je tong?
Tijdens een fietstocht vanmiddag werd ik ingehaald door een mooie blauwe bromfiets met drie wielen. Achterop had hij twee krukken vastgemaakt. Ik kreeg het beeld dat deze man een gebrek had (misschien kon hij heel moeilijk lopen) maar dat weerhield hem er niet van om op pad te gaan. Misschien had zijn beperking hem juist wel uitgedaagd om op zoek te gaan naar middelen om toch te doen wat hij wilde doen.

Twintig minuten fietste ik achter hem aan. Een prachtig voorbeeld van ‘no mud, no lotus’. Ik raakte hem kwijt bij een stoplicht. Ik moest wachten. Mindfulness bell, dacht ik.
Even later zie ik zijn mobiel staan bij het kunstencentrum in Eindhoven. Er komt iemand met een rolstoel naar buiten. ‘Stop’ roept hij. Met inspanning loopt hij een stukje op zijn krukken en zakt dan in de stoel en gaat naar binnen voor een schildercursus of iets anders. Ik ben weer geraakt. Iedereen heeft de potentie om over een drempel heen te stappen.
Ik nodig je uit om te stoppen waar je mee bezig bent, op maandagavond. Als je in de gelegenheid bent om dat te doen. Te gaan zitten, naar binnen te gaan, te ontspannen en te luisteren naar wat er is. Als de bel van de geleide meditatie luid komt wellicht de gedachte op: ik raak steeds afgeleid, mijn mind is een warboel. Verwelkom de modder. Blijf er bij. Versterk je aanwezigheid zonder oordeel. Misschien ontdek je ergens een wit puntje van een lotus-in-wording. Die gaat groeien omdat jij metgezel bent van die gedachte. Omdat je zit in het vertrouwen van je potentie.
Niet alleen op je kussen op maandag avond. Zie en hoor het licht, de potentie, het zaad in iemand die je tegenkomt. Jij raakt de ander aan, de ander raakt jou aan.
Beste vrienden,
Het gangpad van de treincoupé was geblokkeerd door grote koffers. Met moeite kon ik een lege stoel achterin bereiken. Vakantie betekent op reis gaan. Naar een ander land, een andere omgeving, even uit de vertrouwde omgeving van gewoonten en het dagelijks ritme van werk.
Een treinreizigster voor me had een koffer met het label ‘Rhodos’. Ze boog zich over haar laptop en belde nog een aantal mensen. ‘Ik ben onderweg naar het vliegveld en ik heb er zin in maar ik wil het met jou nog even hebben over het project’.
Het is een oefening om je werk los te laten. Ik denk dat Thich Nhat Hanh een goed beeld had van de uitdagingen van de westerse mens toen hij tijdens een korte lezing in Het Deer Park klooster over de vijf krachten (geloof, toewijding, mindfulness, concentratie en inzicht) een zesde kracht toevoegde: loslaten.
Ons woord vakantie komt van het Latijnse woord ‘vacare’ dat naar ‘leeg zijn, vrij zijn’ verwijst. Sommige mensen vertalen het met ‘vrij zijn van verplichtingen’
Het verhaal over Boedha en de koeien is daar voor mij een goede oefening in
Op een dag was boeddha samen met zijn leerlingen wandelmeditatie aan het beoefenen op het platteland. Ze kruisten het pad van een ongeruste boer. Al mijn koeien zijn weggelopen, eerbiedwaardige monnik. Ik ben naar ze op zoek. Heb je ze langs zien komen tijdens jullie wandeling?
Tijdens onze wandelingen hebben we geen koeien gezien. Misschien moet je in de andere richting zoeken.
De man vervolgende zijn weg snel in de andere richting. De boeddha draaide zich naar zijn leerlingen en zei: ‘zijn wij even gelukkig, dat we geen koeien hebben’.
Ik vind het een goede oefening omdat je er de vraag bij kunt stellen: wat zijn mijn koeien? Kan ik die ook achterlaten?
Maandag komen we voor de laatste keer dit schooljaar bij elkaar met de mogelijkheid om even te stoppen en te zitten. Bewust de tijd te nemen om los te laten. Het jaar is om, het is geweest, er is nu. De oefening om kalm op te staan en vertraging te beoefenen, thee te drinken om thee te drinken en niet om je op te laden voor de volgende klas.
Een ander beeld wat misschien helpt is het beeld van een jas. Die jas verwijst naar je onderwijsvaardigheden, je gedrevenheid, je wilskracht, je plannen en ambities. In de zakken zitten herinneringen van dingen die goed zijn gegaan en minder goed zijn gegaan.
Hang die jas bewust aan de kapstok. Doe hem niet in je koffer.
We wensen je een ontspannen tijd waarin je met volle aandacht kunt genieten van rijkdom van cultuur, natuur, andere mensen, een ‘lazy day’ en thuis komen bij jezelf.
